Saray Roos, de nieuwe schoolleider van de Ichthusschool

‘Tegen een kind zeggen: jij past hier niet, is voor mij echt een ‘no go”

Wie is Saray Roos?

Naast dat ik moeder ben, en partner, ben ik hier in Osdorp een schoolleider met een grote passie voor onze doelgroep. Ik deed de lerarenopleiding maatschappijleer en werkte eerst als schoolleider op het MBO en daarna als schoolleider op het VO in Volendam. Mijn ambitie was altijd al om uiteindelijk in het PO te gaan werken, maar de juiste school diende zich pas dit jaar aan. In het PO heb je in de rol van schoolleider meer direct contact met de mensen die daadwerkelijk invloed hebben op de ontwikkeling van kinderen: de ouders en allerlei partners die bij het onderwijs betrokken zijn. In het VO ben je als schoolleider meer strategisch bezig, binnen het PO meer met mensen. Ik kies daarbij nadrukkelijk voor gespreid leiderschap onder het motto: ‘wie het weet, mag het zeggen’. Toen ik hier begon, heb ik meteen het managementteam verdubbeld. Ik heb niet de illusie dat ik alles over alles weet. Maar met elkaar weten we veel. Dat werkt als we kwetsbaar durven te zijn naar elkaar, onze vragen durven te delen. Het gezamenlijke doel is daarbij: het beste onderwijs voor onze kinderen. En dan bedoel ik niet: hoe halen we de beste (meetbare) resultaten, maar: hoe vergroten we ons vakmanschap om het beste te halen uit al onze kinderen? Met als gevolg: mooie resultaten die recht doen aan de kwaliteiten van onze kinderen.

Waarom solliciteerde je bij de Ichthusschool? 

Ik zocht een wat grotere school in een buurt die aansloot bij wat me ook interesseerde toen ik nog maatschappijleer gaf: een grote diversiteit aan culturen en achtergronden. Ik heb eerst eens wat rondgebeld en iedereen zei: de Ichthus is echt een school voor jou. Dat bleek te kloppen: ik had twee prachtige gesprekken met ook een brede vertegenwoordiging van het team. We bleken goed  bij elkaar te passen.

Hoe is het je in je eerste maanden vergaan? Wat zijn je indrukken? 

Het eerste wat opviel is dat we een team hebben met louter bevoegde leerkrachten voor iedere groep. Onze school maakt gebruik van Klassewerkplek (een ‘instrument voor werkgeluk, talentbehoud en verzuimreductie’, zie www.klassewerkplek.nl. red.), wat tot resultaat heeft dat onderwijsprofessionals hier graag werken. De ondersteuningsstructuur is hier goed op orde en leerkrachten worden actief uit de wind gehouden, zodat ze zich kunnen concentreren op hun hoofdtaak: goed onderwijs geven. We hadden meteen ook de Inspectie op bezoek, wat natuurlijk altijd spannend is, en voor mij meteen een goede nulmeting: waar staat de school? Ik ben daar tevreden over, al zijn er zeker ook nog verbeterpunten. Zo zijn er tegenwoordig veel meer kleuters dan tien jaar geleden die binnenkomen met een achterstand op het gebied van motoriek of taalontwikkeling. Dat is overigens een landelijke ontwikkeling waarvoor op andere scholen in Osdorp momenteel Startklassen worden ingericht. Wij hebben zelf Taalklassen met intern opgeleide specialisten op het gebied van taalontwikkeling bij jonge kinderen. En we kijken hoe we het aanbod aan buitenspeelmaterialen kunnen aanpassen aan de veranderde behoeftes. Soms kan de oplossing heel simpel zijn: zo zijn we weer gaan touwtje springen met de kinderen, en hebben we aandacht voor bewegend leren. Zo passen we ons onderwijs aan bij wat de kinderen nodig hebben, in plaats van dat we zeggen: jij past hier niet. Dat is voor mij echt een ‘no go’.

2024-11 Saray Roos-2
Saray Roos en IB'er Sandra Bakker van de Ichthusschool

Wat viel je op in de samenwerking met andere scholen en partners in de buurt? 

Er zijn enorm veel bevlogen organisaties betrokken bij de vraagstukken waar we voor staan, ieder vanuit de eigen expertise. We lopen daarbij allemaal aan tegen het gegeven dat de vraag groter is dan het aanbod. Het is goed dat we met Geen Kind de Buurt Uit nu overgaan tot de actiefase. Om te kunnen veranderen, moet je ook een keer gewoon beginnen. Toevallig hadden we vanochtend een eerste overleg met Kolom, die expertise vanuit het SBO naar de scholen komt brengen. Hoe kunnen zij meekijken met wat er bij ons op school gebeurt? Dat gaat ons echt helpen, denk ik. 

Wat is jouw visie op passend onderwijs? En wat heb jij nodig om die visie te kunnen verwezenlijken? 

Ik heb het inmiddels liever over inclusief onderwijs. Ik vind dat de school een afspiegeling moet zijn van de maatschappij, dat kinderen van allerlei culturen en achtergronden dus samen naar school gaan. Tegelijk vind ik ook dat we recht moeten doen aan de onderwijsbehoefte van het kind. Die twee uitgangspunten kunnen strijdig met elkaar zijn. Want soms kan het beter zijn voor een kind om bijvoorbeeld in een minder prikkelrijke omgeving tot ontwikkeling te komen. En die omgeving kan zich misschien wat verder weg, buiten de eigen buurt bevinden. De vraag moet altijd zijn: wat heeft het kind nodig? Als wij daarin kunnen voorzien, in samenspraak met de ouders, en met hulp van allerlei expertise die we de school in kunnen halen, dan is ieder kind welkom. Wat mij zou helpen, zeker als nieuwe schoolleider, is als ik een goed overzicht heb van de expertise die in de buurt aanwezig is. Wie kan ik waarvoor bellen? Daar is nu binnen Geen Kind de Buurt Uit een tool voor ontwikkeld.

Waar hoop je in 2027 met deze ontwikkelingen te zijn met je school, en in de buurt? 

Ik hoop vooral dat iedereen binnen het team goed is toegerust om zich te verhouden tot de doelgroep op onze school. En dat we alle kinderen in de buurt goed in beeld hebben, dat ze allemaal een plek hebben waar ze tot hun recht kunnen komen. Ik denk dat dat mogelijk is. Hoe we dat gaan doen, is meer een systemisch vraagstuk. Veel scholen zitten permanent in een crisisstand, veel directeuren wachten bijvoorbeeld iedere ochtend met angst en beven op de telefoontjes met ziekmeldingen. Dat maakt het lastig om te denken aan oplossingen. We kunnen kinderen meer betrekken bij vraagstukken die over hen gaan. Zij geven gevraagde en vooral ongevraagde feedback en hebben vaak hele goede ideeën over wat helpend is voor hen. In plaats van eindeloos met elkaar te vergaderen over het kind, ga ik graag in gesprek met het kind.

Deel deze pagina: