- Geen kind de buurt uit!
- 25 april 2024
Ruim drie maanden zijn Paulien Mol en Katinka van Herwaarden nu onderweg in Osdorp. Waar ze als ambulant begeleider bij VierTaal op scholen komen voor specifieke leerlingen met een TOS (taalontwikkelingsstoornis) of slechthorendheid, richten ze zich nu ook op het algehele taalaanbod op school. Ze hebben beiden één dag per week voor deze taak beschikbaar. Wat kunnen ze precies voor de scholen betekenen, en wat zijn hun bevindingen tot nu toe?
“Wij denken mee over het taalaanbod op school zodat er preventiever kan worden gewerkt om ernstiger taalachterstanden te kunnen voorkomen en zo goed mogelijk aan te sluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerlingen”, vatten Paulien en Katinka hun opdracht samen. “We helpen scholen hun basisaanbod te versterken, zoals op het gebied van woordenschatonderwijs. We kunnen komen kijken in de klas en geven dan feedback op wat we zien. Ook kunnen we co-teaching bieden waarbij we samen met de leerkracht een les voorbereiden en geven, om zo te laten zien en ervaren wat we bedoelen. Ook verdieping op een bepaald onderwerp met een presentatie of workshop behoort tot de mogelijkheden. Het is onze ervaring dat de aanpak die ontwikkeld is in het cluster2-onderwijs ook goed werkt voor taalzwakke en NT2-leerlingen. Onze expertise wordt zo ondersteunend voor het taalaanbod op de scholen. Beide doelgroepen hebben bijvoorbeeld baat bij visuele ondersteuning en meer tijd om te reageren.”
Ze hebben inmiddels kennis gemaakt met alle IB’ers en directies van de negen scholen in Osdorp die samenwerken binnen Expertisenetwerk Geen Kind de Buurt Uit. De meeste behoefte bestaat aan ondersteuning in de onderbouw. Door bijvoorbeeld een bouwvergadering bij te wonen, komen ze erachter wat leerkrachten nodig hebben. “We willen eerst weten: wat doen jullie al? Van daaruit kijken we wat we toe kunnen voegen om het net even beter en sterker te maken. Woordenschat is daarbij de basis: zoveel kinderen starten tegenwoordig met weinig taal, in ieder geval in het Nederlands.”
“Het gaat ook om bewustwording bij de leerkrachten: hoe communiceer je met kinderen? Welke taalsteun kun je als leerkracht bieden in je eigen handelen en in je lokaal? Maak je taal rijk, zorg voor veel herhaling en wees visueel duidelijk in wat je bedoelt en verwacht.”
Het gaat dus vaak om kleine dingen die je kunt veranderen, niet om grote beleidswijzigingen waarvoor je eerst een hele opleiding moet volgen. Het is vooral dat wat Paulien en Katinka de leerkrachten in Osdorp mee willen geven. “Less is more”, zeggen ze. “Zoek de diepte op en zorg dat het beklijft. Zet kleine stapjes, ga niet te snel. Kijk naar wat je al hebt, wat er al ligt. Als je dat op de juiste manier gebruikt, met wat kleine aanpassingen en bewustwording van wat belangrijk is voor je leerlingen, kun je al heel veel betekenen voor kinderen met een taalachterstand. Durf daarbij te vertrouwen op je eigen expertise, is onze boodschap aan leerkrachten in Osdorp.”