De aandacht voor zaken als kansengelijkheid en onderwijsachterstanden fluctueert nogal door de jaren heen. Het is afhankelijk van de kleur van het kabinet of het college, van de tijdgeest, misschien ook van de economie. Vanaf 2000 was er veel aandacht voor voorschoolse educatie, als bijdrage aan het verkleinen van achterstanden. Gemeenten kregen daar geld voor. Er was ook behoefte aan onderzoek: wat zijn de effecten van voorschoolse programma’s en welke conclusies kunnen we daaruit trekken voor het beleid? Tegen het einde van de jaren nul kregen de schoolbesturen de beschikking over het budget, in plaats van de gemeenten. Ieder schoolbestuur kon daarmee zijn eigen keuzes maken. Structurele aandacht voor voorschoolse educatie verslapte daardoor. Onderzoek kwam er wel: het Kohnstamm Instituut en de Universiteit Utrecht kregen de opdracht om vanaf 2009 een grote groep kinderen te volgen gedurende hun hele basisschoolloopbaan. Dat onderzoek, genaamd pre-COOL, werd onlangs afgerond. Conclusie: voorschoolse educatie werkt, mits het op een kwalitatief goede manier gebeurt.
Onderzoeker Annemiek Veen werkt al sinds 1985 voor het Kohnstamm Instituut en was ook vanaf het begin betrokken bij pre-COOL, een groot opgezet onderzoek onder ongeveer 3.000 kinderen. Er moesten speciale testen worden ontwikkeld voor kinderen van 2 t/m 6 jaar waarmee het cognitie- en taalniveau, en ook de sociaal-emotionele ‘stand van zaken’, op meerdere momenten konden worden gemeten. Deze testjes werden individueel afgenomen door zo’n veertig testleiders. Vanaf groep 3 kon ook gebruik worden gemaakt van de gegevens uit het Cito-leerlingvolgsysteem. De ontwikkeling van de kinderen kon zo nauwkeurig worden gevolgd.
Daarnaast moest er een kwaliteitsinstrument worden ontwikkeld om de kwaliteit te kunnen meten van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) op een peuterspeelzaal of voorschool. “Dat was nodig”, zegt Annemiek Veen, “omdat het gebruik van vve-programma’s niet per se een garantie is voor kwaliteit. Het gaat vooral om de kwaliteit van uitvoering. Die wilden we kunnen meten. Ook hadden we data nodig over de thuissituatie van kinderen. Alles bij elkaar waren er enorm veel factoren die een rol speelden. Dat maakte de eindanalyse complex.”
Het onderzoek laat zien dat onderwijsachterstanden met behulp van voor- en vroegschoolse educatie kunnen worden teruggedrongen, mits de kwaliteit op orde is. “Met kwaliteit bedoelen we vooral dat er sprake moet zijn van een gestructureerd aanbod. Het gaat om de ‘educatieve proceskwaliteit’. Als die op orde is, zijn daar tot in groep 8 de effecten van te merken. Praktisch betekent dat: veel met kinderen praten, over allerlei onderwerpen, proefjes met ze doen, boeken met ze lezen. Taal is de basis, ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Je komt echt veel te weten van kinderen als je met ze praat, als je ze aandacht geeft en ze hun verhaal laat doen.”
Dat kan eigenlijk alleen in kleine groepjes. “Meerdere volwassenen op een groep werkt het best. Helaas verwatert dat vaak op de basisschool, waar één leerkracht vijfentwintig kinderen aandacht moet geven. Wij pleiten er daarom voor om de werkwijze van de voorschool, in ieder geval voor kinderen in een achterstandssituatie, in de kleuterperiode te continueren.”
Een andere opvallende uitkomst van het onderzoek is dat kinderen van laagopgeleide moeders minder profiteren van voor- en vroegschoolse educatie dan kinderen van ouders met een migratieachtergrond. “Deze kinderen vallen vaak wat buiten de aandacht, maar ze groeien op in taalarme situaties. Hoe vroeger je dat weet, hoe beter je ook deze kinderen een goede start kunt geven.”
“Waar het pre-COOL-onderzoek vooral voor pleit is om aandacht te hebben voor de doorgaande lijn van voorschool naar basisschool. Als je dat goed doet, kun je effectief werken aan het vergroten van kansengelijkheid. Het zou goed zijn als er meer beleidsmatige ondersteuning is voor de samenwerking tussen opvang, voorschool en onderwijs zoals dat op veel IKC’s al vorm krijgt. Eigenlijk zou iedere school een IKC moeten zijn: een kindcentrum in iedere wijk als plek waar je als kind gezien wordt, waar je veilig bent, en waar je geholpen wordt. Met een sterk IKC kun je zoveel verschil maken!”
Meer informatie over pre-COOL is te vinden op de eigen website. Hier is ook het eindrapport te downloaden.